Grasland in de Zumpe

In de Zumpe groeien graslanden die nog in een voedselrijk stadium zijn, maar ook graslanden die kunnen worden opgevat als beginstadium van schraalgrasland. Daarin vinden we dan soorten als Gevlekte orchis, Echt duizendguldenkruid, Geelgroene zegge, Kale jonker en Grote ratelaar, waarvan sommige op de foto hieronder zijn te zien.


Orchideeënrijk grasland in de Zumpe.
Orchideeënrijk grasland in de Zumpe.
Grote ratelaar in schraalgrasland.
Grote ratelaar in schraalgrasland.

Soorten van (schraal)grasland die in de Zumpe voorkomen.

Adderwortel (Persicaria bistorta) komt voor op natte, matig voedselrijke grond in beekdalgraslanden en aan slootkanten. Gewoonlijk staat de soort op plaatsen met horizontaal bewegend grondwater en kan als kwelindicator gelden. Door bemesting met stikstof kan Adderwortel toenemen, maar ontwatering, bekalking of beweiding leiden tot het verdwijnen van de soort. In de Adderbroekwei (type G5) komt Adderwortel abundant (in 1999 nog frequent) voor.  

Borstelbies (Isolepis setaceus) is een pioniersoort van open, lichte standplaatsen. Haar natuurlijke standplaats zijn droogvallende strandjes langs beken. De soort is in grote aantallen op de twee natuurontwikkelingsterreinen waargenomen. Niet meer in het bos.   Bruin cypergras (Cyperus fuscus) groeide in 1999 op een kapvlakte, maar is verdwenen door kroonsluiting.  

Echt duizenguldenkruid (Centarium erythraea) is een soort van grazige, niet dicht begroeide standplaatsen. Zoals ook in de Zumpe treedt de soort vaak op in afgravingen als zich een ijle grasmat heeft gevormt.  

Echte koekoeksbloem (Lychnis flos-cuculi) groeit op natte, matig voedselrijke grond in graslanden, vooral op veengrond; ook in lichte loofbossen. Door ontwatering en te zware bemesting is de soort op de meeste plaatsen in Nederland teruggedrongen tot de slootkanten. Op de taluds van de Verbindingssloot en de Beneden Slinge werd Echte koekoeksbloem aangetroffen. In de zuidelijk graslanden is de soort met flinke aantallen in G4 gevonden evenals op de natuurontwikkelingsterreinen.  

Geelgroene zegge (Carex oederi ssp. oedocarpa) is een soort van open, natte, matig voedselrijke grond in graslanden, aan greppels en kapvlakten. Gewoonlijk groeit Geelgroene zegge op plaatsen waar het water (deels regen- en deels grondwater) ’s winters tot aan of vlak boven de oppervlakte staat. Vaak verschijnt de soort op plekjes die ontstaan zijn door betreding, maaien of kappen. In de Zumpe komt de soort op de kapplekken in het broekbos niet meer voor. Wel in de natuurontwikkelingsterreinen samen met Dwergzegge (C. oederi ssp. oederi).  

Gevlekte orchis (Dactylorhiza maculata maculata) ontbreekt op plaatsen die droog en basenarm zijn. De bodem is meestal leemhoudend en er is grondwaterinvloed.   In de Zumpe is de soort met enkele exemplaren (<10) waargenomen op de noordelijke plagplaats.  

Gewone dotterbloem (Caltha palustris palustris) komt voor op natte voedselrijke grond aan waterkanten, in graslanden, rietlanden, moerasbossen en brongebieden. De soort mijdt fosfaatrijk of ammoniakhoudend water en is vaak te vinden op plaatsen met ijzerhoudend (kwel)water. De verspreiding van Gewone Dotterbloem geeft ruwweg het gebied met de meeste kwel weer. Rondom de IJsbaan en Eilandbaai werd de soort niet waargenomen. Door kap kan de soort in broekbos explosief uitbreiden. Op de meeste vindplaatsen van 1999 werd de soort ook in 2008 gevonden.  

Grote ratelaar (Rhinanthus angustifolius) wordt gevonden op tamelijk vochtige, ’s winters drassige, weinig of niet bemeste graslanden. In de Zumpe komt de soort voor in het natuurontwikkelingsgebied in het noorden op een vergelijkbare standplaats.   

Kleine egelskop (Sparganium emersum) is een soort van stilstaand en stromend, meestal voedselrijk water. Komt gewoonlijk voor op plaatsen met kwel van zwak zuur tot neutraal grondwater. In tegenstelling tot Grote egelskop kan deze soort niet tegen watervervuiling. Kleine egelskop komt voor in de Beneden Slinge. De soort kan zich alleen handhaven als de standplaats periodiek geschoond wordt.

Kleine zonnedauw (Drosera intermedia; RL gevoelig) Het is een soort van kale natte grond die ’s zomers oppervlakkig kan uitdrogen. In de Zumpe groeit de soort in het natuurontwikkelingsterrein in de Buizerdwei, mogelijk op plaatsen zonder kwel.  

Moerashertshooi (Hypericum elodes; RL kwetsbaar) groeit vooral aan en in wateren met zeer lage concentraties chloride, carbonaat en fosfaat, maar relatief rijk aan sulfaat. Periodiek verwijderen van de vegetatie houdt de wateren geschikt voor deze soort en zijn begeleiders (hier: Vlottende bies, Ongelijkbladig fonteinkruid, Pilvaren). In de Zumpe groeit de soort samen met de al genoemde soorten in een ‘beekje’ met kwel in een natuurontwikkelingsperceel, op droogvallende plekken.

Moeraskartelblad (Pedicularis palustris; RL kwetsbaar) is een halfparasiet op de wortels van andere planten. Groeit op natte, voedselarme plaatsen. In de Zumpe groeit de soort sinds 2015 in de in2014 afgegraven Zompe wei.

Pilvaren (Pilularia globulifera) is een soort van ondiep, fosfaat- en carbonaatarm water die droogvallen op open grond waar weinig of geen concurrentie is van forsere gewassen. Toevoer van ijzer- en kalkhoudend kwelwater werkt in het voordeel van de plant (fosfaat wordt neergeslagen).  In de Zumpe groeit de soort samen met de al genoemde soorten in en langs een ‘beekje’ met kwel in een natuurontwikkelingsperceel, op droogvallende plekken. 

Rond wintergroen (Pyrola rotundifolia; RL kwetsbaar) groeit op licht beschaduwde of soms zonnige plekken op vochtige, voedselarme, zwak zure of iets kalkhoudende, humeuze bodems als zand, leem, laagveen en stenige plaatsen. Zij kan hier alleen groeien als er een bepaalde schimmel in de bodem zit. In het binnenland groeit zij in bossen en moerasgebieden. In Nederland is Rond wintergroen buiten de duinen zeer zeldzaam. De soort gaat in Nederland achteruit als gevolg van ontwatering, vergraving, duinverhoging en de gevolgen van atmosferische depositie. Rond wintergroen is kensoort voor de Associatie van Wintergroen en Kruipwilg, een soortenrijk dwergstruweel. In de Zumpe groeit de soort in schraalgrasland en ontwikkeld zich van ca. 50 exx. in 2018, ca. 80 exx. in 2020 naar >200 exx. (vegetatief en bloeiend) in 2021.

Stijve moerasweegbree (Baldellia ranunculoides ssp. ranunculoides; RL bedreigde soort). In de Zumpe groeit de soort in het 'beekje' in Groenendaal, waar de bodem fosfaat is en het grondwater voedselarm en zacht.

Stijve ogentroost (Euphrasia stricta) is een halfparasiet op grassen in matig vochtige, voedselarme, humushoudende, kalkhoudende grond. In de Zumpe groeit de soort op geplagde plaatsen in de Buizerdwei en Groenendaal.Veldrus (Juncus acutiflorus) komt voor op, matig voedselrijke grond in natte, onbemeste hooilanden, vooral langs beken, ook langs vennen en aan kwelsloten. Het is een karakteristieke verschijning op plaatsen met horizontale waterbeweging op geringe diepte. In de Zumpe kwam de soort in 1999 alleen op de oever van enkele drainerende sloten voor. In 2008 heeft ze zich over graslanden in o.a. de Elzenwallen uitgebreid en groeit frequent tot abundant in de natuurontwikkelingsterreinen. 

Veelstengelige waterbies (Eleocharis multicaulis) is een kenmerkende soort van voedsel- en basenarme, kalkloze zwak tot sterk zure wateren, die in de zomer veelal droogvallen. De wateren worden vooral gevoed door regenwater, maar grondwater speelt ook een rol. De soort komt vaak voor met andere vensoorten, zoals Moerashertshooi. In de Zumpe groeit de soort op een enkele plaats met Waterpostelein en Moerashertshooi. Waarschijnlijk is er ter plaatse minder sprake van basenrijke kwel.   

Waterpunge (Samolus valerandi) is gebonden aan vochtige bodem en groeit gewoonlijk op plaatsen die ’s winters onder water staan. Het is een soort die in zeer uiteenlopende vegetatietypen kan optreden. In Oost-Nederland verschijnt de soort soms in zand- en leemafgravingen en onverzuurde vennen. Na het kappen van Elzenbroekbos komt de soort soms zeer massaal voor. Veelal is ze binnen twee jaar weer van zulke kapvlakten verdwenen. Waterpunge werd in 1999 gevonden in het pas gegraven  plasje ten zuiden van de Hoek (nu verdwenen). Op de natuurontwikkelingsterreinen wordt de soort nu veelvuldig gevonden.  

Waterpostelein (Lythrum portula) groeit op droogvallende standplaatsen die chloride- en carbonaatarm zijn, maar niet sterk zuur. De soort wordt vaak samen gevonden met de onder Moerashertshooi genoemde soorten en ook op dezelfde plek als deze laatste soort. In de Zumpe groeit de soort samen met de al genoemde soorten in een ‘beekje’ met kwel in een natuurontwikkelingsperceel, op droogvallende plekken.  

Zwarte zegge (Carex nigra) komt voor in natte graslanden en heide en in veenmoerassen, onder zure en/of voedselarme omstandigheden. Het verschijnen van deze soort kan een teken van verzuring zijn (stagnatie of overheersing van regenwater ten opzichte van basenrijk grondwater). Van de drie genoemde factoren (vocht, zuurgraad en voedselrijkdom) hoeven er maar twee aanwezig te zijn om deze soort een kans te geven; verzuring hoeft dus niet de oorzaak te zijn. Een zekere invloed van grondwater is meestal aanwezig (Weeda e.a, 1985-1994). In de Zumpe groeit Zwarte zegge op verschillende plaatsen in graslanden en in de natuurontwikkelingsterreinen.  

Echt duizenguldenkruid, Centarium erythraea
Echt duizenguldenkruid
Gevlekte orchis, Dactylorhiza maculata maculata,  Gestreepte witbol
Gevlekte orchis in grasland met Gestreepte witbol
Moerashertshooi, Hypericum elodes
Moerashertshooi
Moeraskartelblad (Pedicularis palustris), geplagde Zompewei
Moeraskartelblad (Pedicularis palustris) in de geplagde Zompewei.
Stijve ogentroost, Euphrasia stricta
Stijve ogentroost
Rondbladig wintergroen (Pyrola rotundifolia).
Rondbladig wintergroen (Pyrola rotundifolia).