Sinds de eerste libellen waarnemingen in 1975 (bron 19), is veel gebeurd in de Zumpe. In 1975 waren slechts 3 locaties aanwezig, die geschikt waren voor libellen. In 2021 is dat toegenomen tot 18 (waarvan 2 particulier bezit). Dat daardoor de populatie libellen zal zijn toegenomen, lijkt vanzelfsprekend. Hoewel libellen niet per locatie zijn geïnventariseerd is nu door vele waarnemers veel bekend over soorten en hun aantal. Met de gegevens uit "Waarneming.nl" is wel verspreiding van de soorten te herleiden.
In onderstaande grafieken blijkt het aantal soorten in de jaren '70 'slechts' 12 te bedragen. Na de eeuwwisseling werden 26 nieuwe soorten waargenomen.
Data afkomstig uit Waarneming.nl.
In de jaren '70 aanwezige waterpartijen (3), geschikt voor libellen:
Na 2000 zijn verschillend waterpartijen gegraven en nu in 2022 zijn 18 plassen (waarvan 2 in particulier bezit) aanwezig.
Vanaf 2000 zijn 27 nieuwe soorten waargenomen. Vermoedelijk zullen sommige soorten 'standsoort' worden. Sympetrum danae, S. flaveolum en Calopteryx splendens zijn al 7 jaar niet gemeld.
Een aaneengesloten kolom, betekend niet dat de soort de gehele periode is waargenomen. De laatste 2 jaren worden nog bijgewerkt.
Verspreiding van enkele vaak waargenomen soorten.
Waarnemingen tussen 1-1-1975 en 14-10-2024.
Waarnemingen (66) van de Bloedrode heidelibel (Sympetrum sanguineum).
Waarnemingen (55) van de Beekoeverlibel
(Orthetrum cancellatum).
Waarnemingen (32) van de Vuurlibel (Crocothemis erythraea).
Bruine korenbout (Libellula fulva). De soort is gemakkelijk te herkennen aan de donkere vleugeltip en de zwarte vlekken aan de vleugelwortel.
Foto's Maarten van Houten.
Weidebeekjuffers houden zich op boven langzaam stromende beken (natuurlijk of gekanaliseerd) met tamelijk schoon water. De mannetjes baltsen om een territorium te veroveren, waarna ze paren met de vrouwtjes die zich in het territorium ophouden. De eiafzetting wordt door het mannetje begeleid en bewaakt, om paren met andere mannetjes te voorkomen.