Landkaartjes in de Zumpe

Voor Landkaartjes is de Zumpe een eldorado. Het is vochtig, beschut en daardoor snel warm en zowel waardplanten als nectarplanten zijn rijkelijk aanwezig. Tot enkele jaren geleden was het Adderbroekweitje het voorbeeld van een biotoop voor Landkaartje; het voldeed volkomen aan de genoemde vereisten en zowel waardplanten voor rupsen als nektarplanten waren er aanwezig.

 

De leefomgeving van de populatie van het Landkaartje in de Zumpe wordt gekenmerkt door:

  1. sterke isolatie/beschutting door de omzoming met bos en struweel;
  2. de aanwezigheid van zowel voldoende waardplanten (Grote brandnetel) als nectarplanten (o.a. Koninginnekruid);
  3. een hoge luchtvochtigheid en temperatuur en lage windsnelheden, in vergelijking met open terrein;
  4. weinig concurrentie van andere vlindersoorten die hun eieren op Grote brandnetels leggen.

Hooibeheer door de KNNV heeft de ruige vegetatie teruggebracht naar een bloemrijk hooiland. Ook nu nog zijn waardplanten aanwezig, maar in mindere mate. Ook het aantal Landkaartjes is daardoor afgenomen. In 1979 kon worden berekend dat er ca. 375 popjes vóór de tweede generatie aanwezig waren; hoeveel vlinders zijn uitgekomen is niet geheel duidelijk. Verderop in het artikel 'Drie fasen in de tweede generatie van het landkaartje' is hierover meer te lezen.

 

De basis voor de aantallen zijn een reeks tellingen van 1976 t/m 1983.