Plantengroei in de Zumpe vóór 1900, ontstaansgeschiedenis

in bewerking

Aan het eind van het Weichselien (de laatste ijstijd tot 10.000 jaar voor heden) heeft de Zumpe nog een open karakter.  De Rijn speelde geen actieve rol meer in het gebied; er was voornamelijk stilstaand of nagenoeg stilstaand water in een min of meer afvoerloze laagte (bron 18 en 20). Uit pollendiagrammen blijkt dan ook, dat er toen veel waterplanten voorkwamen. De voornaamste soorten die in de onderste lagen veen gevonden zijn: Lidsteng, Fonteinkruiden, Moerasspirea, Waterranonkels, Zeggen en  Aarvederkruid. Afgaande op deze soorten kan gezegd worden dat het water matig voedselrijk was en de bodem o.a. klei bevatte. De soorten wijzen op Riet-moeras en een soortenrijke onderwatervegetatie.

Wat later, op de overgang van het Weichselien en het Holoceen verschijnen weer andere soorten, voornamelijk water-planten met drijfbladeren zoals de Watergentiaan, Waterdrie- blad, Kikkerbeet, Blaasjeskruid, Gele plomp en Waterlelie etc. Deze water- en moerasplanten zorgen voor het ontstaan van veen in de laagte.
Omstreeks de overgang van het Boreaal naar het Atlanticum (8.000 jr. voor heden) verschijnt Zwarte els in toenemende mate in pollendiagrammen uit de Zumpe en omgeving (bron 18). In het Atlanticum bereikt Zwarte els in de directe omgeving van open water en op vochtige gronden een hoge presentie. Hierdoor worden de vroegere open wateren door Zwarte els bezet, waardoor het zogenaamde Elzenbroekbos ontstaat. Het is begrijpelijk dat het vanaf die tijd, afgezien van enkele overblijfselen gedaan is met het open water. Dientengevolge verdwijnen dan ook de lichtminnende, eerder genoemde waterplanten grotendeels. Hoewel elders vaak niet het geval, is het opmerkelijk dat in de Zumpe in het Atlanticum, dus ten tijde van de Els-overheersing, nog wel veel waterplanten in pollen-spectra gevonden worden. Waterlelie, Gele plomp, Fonteinkruid en Eendenkroos moeten toen evenals Grote lisdodde en Zeggen in niet geringe mate vertegenwoordigd zijn geweest.

In de Zumpe is in het Atlanticum dus nog voldoende open water aanwezig om deze waterplanten de gelegenheid te geven zich te handhaven. In en na het Atlanticum verovert Zwarte els meestal grote delen van open water, maar uit oude kaarten (omstreeks 1850, zie hieronder) blijkt in de Zumpe nog grote delen onbebost te zijn. Ook is er dan nog open water aanwezig. We moeten ons in die tijd dus een begroeiing met Elzenbroekbos, moeras en plassen met waterplanten voorstellen.

Oude kaarten van de Zumpe en omgeving (Topotijdreis). Met de pijltjes kunnen de kaarten worden verschoven.

 

Op de kaart van 1823 is de Zumpe niet aangegeven, maar in het gearceerde deel om de Slinge, tussen Doetinchem en de Slangenburg, ligt de Zumpe (silhouet in blauw). De rivierduinen zijn goed te zien, evenals de Rekhemseweg van Gaanderen naar Doetinchem door de Wrange.